Toen begin dit jaar het bericht kwam dat Jordi naar verwachting zou terugkeren in Nou Camp, als beoogd technisch directeur van Barcelona – en daarmee ook de naam Cruijff die voor eeuwig met Nou Camp verbonden is – gingen mijn gedachten naar een van de vaders en zoons in onze eigen club:
De Poelstra’s  
Vader Anton, erelid en onderdeel van het glorieuze 1e uit de zestiger jaren en aanvaller pur sang (hij liep een keer bij de vakwissel ‘automatisch’ van middenvak naar aanval, terwijl hij toch echt eerst moest verdedigen) met Toos Koper als geduldige steunpilaar toen paaldames nog echte paaldames waren, vervolgde zijn carrière als coach in navolging van Cees van Lunteren en werd in 1983 veldkampioen.

Tijdens trainingen kon hij zijn Friese afkomst niet verbloemen als hij aangaf: ‘dan maak je zo die schijnbeweging en ga je er aan de andere kant ‘langes’’.
Daarna zwierf hij door het hele land om clubs die hem vroegen hen te helpen, zoals het Amsterdamse DTV (dat later samenging met AW), het Utrechtse Samos en Ready uit Den Haag. Zwerven over de velden bleef hij doen, met Ria in zijn kielzog en ook als scheidsrechter namens Rohda, als hem werd gevraagd: ‘Ton, kun je morgen nog even hier fluiten? Of daar? Of nog even invallen bij Rohda 4, 5 of 6?’ Niets was hem te veel. 

Toen begin dit jaar het bericht kwam dat Jordi naar verwachting zou terugkeren in Nou Camp, als beoogd technisch directeur van Barcelona – en daarmee ook de naam Cruijff die voor eeuwig met Nou Camp verbonden is – gingen mijn gedachten naar een van de vaders en zoons in onze eigen club:
De Poelstra’s  
Vader Anton, erelid en onderdeel van het glorieuze 1e uit de zestiger jaren en aanvaller pur sang (hij liep een keer bij de vakwissel ‘automatisch’ van middenvak naar aanval, terwijl hij toch echt eerst moest verdedigen) met Toos Koper als geduldige steunpilaar toen paaldames nog echte paaldames waren, vervolgde zijn carrière als coach in navolging van Cees van Lunteren en werd in 1983 veldkampioen.

Tijdens trainingen kon hij zijn Friese afkomst niet verbloemen als hij aangaf: ‘dan maak je zo die schijnbeweging en ga je er aan de andere kant ‘langes’’.
Daarna zwierf hij door het hele land om clubs die hem vroegen hen te helpen, zoals het Amsterdamse DTV (dat later samenging met AW), het Utrechtse Samos en Ready uit Den Haag. Zwerven over de velden bleef hij doen, met Ria in zijn kielzog en ook als scheidsrechter namens Rohda, als hem werd gevraagd: ‘Ton, kun je morgen nog even hier fluiten? Of daar? Of nog even invallen bij Rohda 4, 5 of 6?’ Niets was hem te veel. 
Dat korfbal bij topkorfballers zeer waarschijnlijk in de genen zit bleek wel toen zoon Taco inmiddels ook was uitgegroeid tot een topper en in 2005 bij een verkiezing zelfs werd uitgeroepen tot ‘grootste korfballer aller tijden’. En dat voor iemand met een lengte van 1.73 meter, maar wat een sprongkracht!
Voor onze club was het jammer dat hij (voor de studie) uitvloog naar het hoge noorden om uiteindelijk bij Nic nog een paar kampioenschappen te behalen en tussen 1993 en 2003 in Oranje te schitteren, totdat helaas zijn knieën zeiden ‘wij doen niet meer mee met al dat geren en gespring’.
Maar net als Jordi keerde ook Taco in 2013 weer terug op het oude nest om als trainer/coach ons eerste te helpen weer een respectabele plek in de Hoofdklasse te verwerven. En dat ik ergens in een interview las dat Taco Johan Cruijff zijn favoriete sporter aller tijden vindt, maakt de vergelijking alleen maar treffender.
Dus nogmaals: ‘het zit ‘m in de genen’. Maar dat niet alleen, want als ‘zoon of dochter van’, wordt Rohda van kleins af aan met de paplepel ingegoten……weet ik uit eigen ervaring.


Dat korfbal bij topkorfballers zeer waarschijnlijk in de genen zit bleek wel toen zoon Taco inmiddels ook was uitgegroeid tot een topper en in 2005 bij een verkiezing zelfs werd uitgeroepen tot ‘grootste korfballer aller tijden’. En dat voor iemand met een lengte van 1.73 meter, maar wat een sprongkrach
Voor onze club was het jammer dat hij (voor de studie) uitvloog naar het hoge noorden om uiteindelijk bij Nic nog een paar kampioenschappen te behalen en tussen 1993 en 2003 in Oranje te schitteren, totdat helaas zijn knieën zeiden ‘wij doen niet meer mee met al dat geren en gespring’.
Maar net als Jordi keerde ook Taco in 2013 weer terug op het oude nest om als trainer/coach ons eerste te helpen weer een respectabele plek in de Hoofdklasse te verwerven. En dat ik ergens in een interview las dat Taco Johan Cruijff zijn favoriete sporter aller tijden vindt, maakt de vergelijking alleen maar treffender.
Dus nogmaals: ‘het zit ‘m in de genen’. Maar dat niet alleen, want als ‘zoon of dochter van’, wordt Rohda van kleins af aan met de paplepel ingegoten……weet ik uit eigen ervaring.